Eyal Hareuveni, The Free Jazz Collective - Reviews of Free Jazz and Improvised Music (02/10/2017) ***1/2
"The Belgian-based trio Llop (wolf in Catalan, pronounced Ljiop) plays free-improvised songs. Llop's aesthetics are informed by an inclusive perspective of the jazz legacy but more often it's the incorporation of editing and processing techniques that add a dimension of danger and unpredictability to the eclecticness. The trio - sax player Erik Bogaerts, guitarist Benjamin Sauzereau, and drummer-vocalist-electronics player Jens Bouttery - toured Scandinavia after releasing its debut album, Lampke (el NEGOCITO, 2015). There, Llop was invited by the Swedish organization Arna to work in an old church in the southern village Harlösa. Denmark-based, French bass player Brice Soniano, known from the Carate Urio Orchestra and the Rawfishboys duo, who also resided at that time in this countryside village, joined then the trio for the recording of J, Imp.

The cover which depicts a half asleep eye of a little fat cat already establishes the relaxed, dreamy atmosphere of this album. The concise improvised pieces sound as organic, gentle songs and the short songs sound like ethereal soundscapes, both options enriched by subtle, repetitive samples, weird voices and electronic manipulations. Bogaerts' sax whispers quietly, Sauzereau resonating guitar adopts the country-ish tone of Bill Frisell blended with Ry Cooder economic lines and only drummer Bouttery and bass player Soniano attempt from time to time to charge the reserved, patient interplay with a sense of playful urgency.

Like Soniano's group Carate Urio Orchestra, Llop defies any genre conventions. Bouttery's song "Il Pleut" (it is raining) sound like a folk song an emotional sax solo that captures the chilly atmosphere of autumnal rainy season. Bogaerts' title-song, the longest piece here, offers a hazy-lazy cinematic narrative that highlights his sympathetic interplay with Bouttery, ornamented gently with sonic manipulations. The improvised "Washandje" already sails in West-African quiet percussive waters and Sauzereau's song "Le Sous - entendu" (the hearing) has an infectious, delicate theme, embraced in a lyrical-melancholic chamber jazz arrangement. The last improvised piece "Troupeau" sound inspired by the folk songs adaptations of Jan Garbarek, transformed now into a bit warmer and breezy scenery."

Rigobert Dittman, Bad Alchemy Magazin 95 p.47 (09/2017)
Nach Casper Brötzmann Benjamin Sauzereau? Nun, der Kopf muss, wie man mir sagt, sowas aushalten und ja etwa auch Nicola Verlato und Monica Bonvicini nebeneinander verstauen können, um es mal visuell auszudrücken. Der Weg zum belgischen Gitarristen und zu Llop führt über den Saxophonisten Erik Bogaerts und Book Of Air und deren Sub Rosa-Musik "vvolk", ebenso mit Stijn & Bert Cools wie auch sein Sextett Mephiti. Llop ist eigentlich ein Trio mit Sauzereau (Leader des Kammerjazzsextetts Philemon, Le Chien Qui Ne Voulait Pas Grandir) und dem Wellenschlag und Mövenschrei seiner Gitarre und Jens Maurits Bouttery (von Geroezemoes, dem Jens Maurits Orchestra und mit Sauzereau und Bogaerts auch in Les Chroniques de l'Inutile) an Drums & Electronics. Hier spielen sie aber zu viert mit Brice Soniano am Bass, einem weiteren Mephiti-Mann und zwar fern der Heimat im schwedischen Harlösa. Das klingt anfangs ganz lyrisch, verdichtet sich, aber dabei immer noch atmosphärisch, bei 'Seagull', wird wieder, mit spuckehaltigem Soprano und gläsernem Einhandpiano, auf fast melancholische Weise zartfühlend bei 'Älskling'. 'Il Pleut' wird von Bouttery als Bossa Nova geschmachtet, oder sollte ich sagen: Nouvelle Vague? 'Kalmpjes' schließt sich direkt an, zu Bogenstrichen ganz in Après-pluie-Feeling getaucht. Zu den shakergezuckerten, elektronisch umsponnenen und zart bepochten Sopranolyrismen von 'J, Imp' arpeggiert Sauzereau so anschmiegsam er kann. Wir sind da längst loplop-weit entfernt von simplem Jazz, und 'Washandje' mit seinen plonkenden Zahnradzähnchen behält diesen träumerischen-surrealen Wellenschlag bei. 'Le Sous-entendu' wird als Walzerchen in 3/4-Tristesse getanzt zu Arcoschmelz und zartbitterem Soprano. Beim 'Après un long moment de mutisme, Oscar retrouve l'usage de la parole' mit seinem Pizzikato und Orgelgeflöte ist der Titel fast länger als die surreale Überminute. Für das finale 'Troupeau' kirrt Bogaerts mit dem Tenorsax, dazu rasselt und schlumpt Bouttery als muscheliger Triton, bis die Erscheinung am Horizont verschwindet. Oh wie magritte, oh so delvaux!?

Arjan van Sorge, Gonzocircus (23/07/2017)
Het Belgische Llop bestaat uit saxofonist Erik Bogaerts (Banjax, Mephiti), gitarist Benjamin Sauzereau (Les Chroniques De L'Inutile) en drummer Jens Bouttery (Jens Maurits Orchestra). Vierde man is Brice Soniano, een bassist uit Italië. Gezamenlijk konden ze een week lang opnemen in een oude kerk in een Zweeds stadje, en daarbij hun improvisaties uitwerken. Het geluid van gitaar en sax wordt dan ook nog eens door de elektronische mangel gehaald, waardoor weer een bijzondere, extra laag toegevoegd wordt - en het geheel voor iedereen nog minder te voorspellen valt. Het lijkt daarbij wel of het viertal door de prachtige Zweedse natuur betoverd werd, zo vervuld van ruimte en frisheid is de muziek. Het is jazz, onmiskenbaar, maar dan wel een organisch soort jazz waarbij alles met elkaar versmolten is, en het totaalgeluid vooropstaat in plaats van de individuele krachtpatserij. De sax torent met veel en vet aangeblazen lucht en volle tonen vaak boven de rest uit, maar in het verlengde van de rest. Een onverwacht staaltje hedendaagse cool jazz, met liefde en toewijding gemaakt.

Karel Van Keymeulen, De Standaard (31/05/2017)
"Saxofonist Erik Bogaerts maakt met zijn internationaal kwartet Llop een impressionistisch album, waarin hij invloeden van folk, jazz, experimentele rock, vrije improvisatie, soundscapes en die ondefinieerbare Scandinavische sound verwerkt. De meeste songs zijn geïmproviseerd. 'Hapii too' zet in als een folksong, met een bloedmooi thema. De uitwaaierende gitaar van Benjamin Souzereau zet de toon in 'Seagal'. Waarna geluidseffecten en noise er vaart aan geven. 'Älskling' klinkt dromerig met een bijna Friselliaanse gitaar en een prachtige saxofoon. 'Il pleut' is een chanson, vol taalspelletjes en humor, klein en charmant gezongen door drummer Jens Bouttery. 'J.Imp' meaneert wat te veel in het ijle. Dit kwartet creëert prachtige melodieën zoals 'Washandje', met de obsessieve bas van Brice Soniano. Of 'Kalmpjes'. 'Le Troupea' is een wat ontwrichtend slotstuk. Zonder grootse gebaren, een knap, bitterzoet album."

Dani Heyvaert, Rootstime.be (07/2017)
"Llop -het woord betekent "wolf" in het Catalaans- is een Belgisch import trio, bestaande uit saxofonist Erik Bogaerts, gitarist Benjamin Sauzereau en drummer / electronicaman Jens Bouttery. Ik hoorde een paar jaar geleden voor het eerst van het gezelschap toen een bevriende caf�baas hun CD "Lampke" had opstaan en ik eigenlijk behoorlijk onder de indruk kwam van wat ik daar hoorde.

Die CD had voor gevolg dat het trio onder meer in Scandinavië ging spelen, wat dan op zijn beurt weer leidde tot een uitnodiging vanwege ARNA, een organisatie uit het zuiden van Zweden, die muzikanten van over heel de wereld uitnodigt om "in residence" aan hun muziek te komen werken en intussen andere muzikanten te ontmoeten. Dat speelt zich allemaal af in een plaatsje dat "Harlösa" heet en het is het oude kerkje aldaar, dat deze plaat opgenomen werd, met toevoeging van de baslijnen van de Fransman Brice Soiano, die ze ter plekke ontmoetten. Helemaal "impro" dus en wat ik, na ettelijke keren luisteren, steeds meer onvoorstelbaar vind, is het vanzelfsprekend gemakt waarmee de muzikanten elkaar en hun melodie weten te vonden: op vier nummers na, is alles geïmproviseerd, lees ik in de hoesnota's en, echt waar, ik kan daar nauwelijks bij: hoe mensen dingen zo organisch, zo naturel kunnen laten klinken…daarvoor moet je echt wel op mekaar ingespeeld zijn. Of gewoon het momentum kunnen vangen…Ik wéét niet hoe ik het moet verwoorden, maar een nummer als opener "Hapii Too", dat lijkt gewoon door en door gerepeteerd. Die zweverige, dromerige sfeer die de hele plaat lang gecreëerd wordt en bij momenten danig bruusk doorkruist wordt door elektronische klanken die als het ware over je heen gedonderd komen zonder dat je ze verwacht, zoals in "Seagal"…ik vind dat wonderlijk, temeer omdat dat perfect bij elkaar blijkt te passen."Il Pleut" is nog zo'n pareltje, zij het wel "gecomponeerd" met z'n meertalige bijna-nonsenstekst boven een bossa-achtig ritme, waarbij de sax op de wijze van Stan Getz de Ipanema-sfeer weer op te roepen, in duet met de bas…god jongens, wat is dat toch mooi.

De titeltrack, ook een heuse compositie, is met zijn dikke 8 minuten meteen ook qua omvang, de hoofdmoot van de plaat en etaleert de veelzijdigheid van de muzikanten én van componist Bogaerts, die een heel filmisch stuk afleverde, waar je zonder al te veel moeite zelf de beelden bij kunt verzinnen. In dit nummer valt alles samen, waar Loop voor staat: sfeerschepping, met een mix van klankentapijten en "exhte" muziek die, hoewel ze vaak totaal niet beantwoordt aan wat onze oren gewoonlijk te horen krijgt, toch klinkt, alsof je ermee opgegroeid bent. Mijn persoonlijke lieveling van de plaat is, samen met afsluiter "Troupeau", "Le Sous-entendu", een compositie van Sauzereau, die , mede omwille van de knappe gitaarlijnen, perfect in te passen is in de Nordic import die ik sedert enige tijd geregeld te horen krijg en waar ik ook erg ben gaan van houden. Deze hele plaat kan mee met het beste wat mij uit Noord-Europa is komen aanwaaien en, wie er deze kolommen wil op nalezen, zal merken dat ik daar verdomd straf materiaal tussen gevonden heb.

Natuurlijk, bij El Negocito Records hebben ze sowieso al niet de gewoonte zich met rommel bezig te houden, maar dit is toch wel een heel straffe plaat. Wat zijn we in dit apenlandje toch verwend, als het op goeie jazz- en improvisatiemuzikanten aankomt! Kijk: dit is nu echt een plaat, die ik aan mijn wat oudere folk- en bluesminnende vrienden moet laten horen. Tot op dit moment weten ze namelijk niet wat voor fraais ze missen, als ze deze CD niet gehoord hebben. TOP !"

Georges Tonla Briquet, Jazzenzo (03/07/2017)
"Op hun debuut 'Lampke' creëerden altsaxofonist Erik Bogaerts, gitarist Benjamin Sauzereau en slagwerker Jens Bouttery een warm cocon van klankenweefsels. Muziek uit een verre kosmos die tegelijkertijd vertrouwd voorkwam. Op het vervolgalbum geen bruuske koerswijziging, wel wordt de focus van hun etherische sfeerscheppingen nog scherper gesteld.

Met 'J, Imp' borduren ze verder op hetzelfde improvisatieprincipe maar deze keer met een vierde man aan boord, de Franse contrabassist Brice Soniano (Rawfishboys, 3/4 Peace). Vooral de combinatie van licht zwevende gitaarklanken met de warme gloed van de altsaxofoon en de subtiele electronics, leidt tot hoogtepunten van verstilling. Dat de opnamen gebeurden in een kerkje in het zuiden van Zweden, zal daar niet vreemd aan zijn. Heel apart is het gezongen 'Il Pleut' met zwoel Braziliaans tintje.

Bij beluistering komt tot uiting dat er onder het schijnbaar rimpelloze oppervlakte toch her en der nog niet onthulde werelden schuilen, zoals in 'Troupeau' dat wellicht ideeën bevat om op voort te borduren gedurende een volgend album. Op de hoezen van beide albums staat een detailfoto van dezelfde kat. En aangezien een kat zeven levens heeft, kunnen we uitzien naar de volgende vijf cd's."

Dave Sumner, Jazz Recommendations - 2017 releases, Bird is the Worm (22/06/2017)
"This is rainy day music. J, Imp is dreamy and hazy and it hangs in the air like the enveloping arms of fading sunlight. But rainy days also come with startling flashes of lightning and the deep rumble of thunder. Tracks like "Älskling" and "Hapii Too" elicit the kind of imagery whose only goal is to lull the listener into a meditative state, but the quartet Llop is all about a well-rounded rainy day experience, and so the edgy displays of searing electronic effects and the pulsing rhythms of "Seagal" and the quick melodic strikes of "Troupeau" sound right in place with the overall experience. And then there's the steady downpour of title-track "J. Imp," with a focused melody that touches everything, and bridges the gaps between the storm's peaceful and chaotic phases. This is rainy day music, but it'll no more let you drift off to sleep than it will protect you from the compulsion to daydream. And no one state is less compelling than the other."

Hessel Fluitman, Jazzflits nummer 280 p.9 (19/06/2017)
"Saxofonist Erik Bogaerts, gitarist Benjamin Sauzereau en drummer Jens Bouttery, samen het trio Llop, werken al jaren samen (onder meer in het project Les Chroniques de l'Inutile). De cd 'J, Imp' (staat voor: Impuls) namen de drie samen met de Franse bassist Brice Soniano in een kerkje in het Zweedse Harlösa op. Ze troffen elkaar tijdens een festival aldaar. Het gros van het album is improviserend ontstaan, Van de drie uitgeschreven stukken is het gezongen 'Il pleut' het meest toegankelijk en het meest verbazingwekkend. Als er samen wordt gezongen, hoor je hoe geraffineerd de halve afstanden tussen de noten klinken. Heel knap! Het titelnummer is geïmproviseerd. Er wordt nauwkeurig en goed op elkaar afgestemd samengespeeld. Gitaar en sax cirkelen beeldend om elkaar heen, voortgestuwd door de slagen op de tomtom. 'Washandje' is een samenspel van gitaar en bas. Jens Bouttery neemt de elektronica voor zijn rekening. Fijnzinnige muziek, zonder dat er opgewonden wordt gedaan en zonder egotripperij. Dan nog 'Le sous entendu'. Daarin stroomt de muziek van de vier als vanzelf. Om eens live mee te maken."