Textura Canada (04/2016)
"Highly illustrative of the approach is the April 2014 set with Van Deun, which features both musicians on acoustic guitar and banjo. Though the forty-minute release is credited to both, in one sense it's more Van Deun's, given that all eleven pieces were composed by him. It's telling that with both players credited with the same instrumentation it's not immediately clear who is producing a particular sound at any given moment; in keeping with musicians who emphasize music over ego, the emphasis is on the collective tapestry the two generate. The duo ranges across multiple styles, folk, country, blues, classical, and jazz among them, and the guitarists show themselves to be finger-pickers with the best of them. Not that they're out to dazzle the listener with virtuosity, but it's hard not to be impressed by the technical facility shown during "Inspiration." The breezy "Wokitah" swings with a joyous, jazz-inflected exuberance that's well-nigh irresistible; on a prettier tip is the lilting "Daisy," and there are moments when the combination of banjo and acoustic guitar calls to mind Bill Frisell's 1990 album Is That You?, never more so than when Machtelinckx and Van Deun pay tribute to their inspirational colleague in "One for Bill Frisell." The relaxed feel of the recording makes the listener feel as if he/she is a privileged guest, someone granted the rare opportunity to witness two friends in action as they methodically work through a collection of tunes."

Guy Peeters, Cobra.be (03/10/2014)
"Echt jong kan je gitarist Karl Van Deun niet meer noemen, maar samen met zijn voormalige leerling Ruben Machtelinckx bracht hij onlangs dit duoalbum uit, zijn eerste albumverschijning in jaren.
De muziek klinkt intiem, zoals bij een goede verhouding en wil niet dringend ergens geraken. De muzikanten tasten met akoestische gitaren en banjo's de zone af tussen pastorale folkjazz, klassiek gitaarwerk en voorzichtige uitstapjes richting blues en country. Nu eens is dat behaaglijk intiem ('Loss'), dan weer in het vaarwater van Machtelinckx' 'Faerge' ('Civilized Solitude') of iets meer hoekig of tegendraads kringelend.
Opmerkelijk: zelfs in de zachtste momenten blijven kleine weerhaken voelbaar en wollig wordt het nergens. Met een eerbetoon aan voorbeeld Bill Frisell krijgt het werkstuk ook even een Americana-toets. Een verfijnd en persoonlijk kleinood om te koesteren."

Georges Tonla Briquet, Jazzmozaiek 2014/3 p.53
"De jonge Ruben Machtelinckx liet zich recent opmerken met sfeervolle schijfjes als Faerge en Onland. Karl Van Deun stond vooral in de kijker een aantal decennia terug toen hij musiceerde aan de zijde van o.a. Mal Waldron en Erwin Vann maar verdween dan plots onder de radar door persoonlijke problemen. Met zijn Le Mariage bracht Kurt Van Herck nog een eerbetoon aan hem. Machtelinckx en Van Deun vonden elkaar aan het Conservatorium van Antwerpen. Het klikte en ze besloten een duo-plaat op te nemen waarbij beiden gitaar en banjo spelen. In totaal horen we elf broze pareltjes gecomponeerd door Van Deun. Poëtische eemoed zonder een overbodige noot. Wie uitkijkt naar vinnige hoogstandjes à la 'Dueling Banjos' is er aan voor de moeite. Ask Me-Don't Ask Me klinkt eerder als een akoestische ontmoeting tussen Philip Catherine en Pierre Van Dormael, niet toevallig twee gitaristen die het pad van Van Deun kruisten. Verstilde eenvoud voor wie de tijd even durft stil te zetten. Uitgegeven in een aangepaste kunstzinnige hoes ..."

Guy Peeters, Enola.be, 7,5 (04/08/2014)
"Als er al sprake kan zijn van een Quiet Is The New Loud-beweging binnen de Belgische jazz (in de brede interpretatie van de term), dan mag je Machtelinckx gerust beschouwen als een van de interessantste exponenten ervan. Hoewel er wat volume betreft niet zo heel veel variatie zit in zijn muziek, die rustig of fluisterzacht is, getuigen de albums van een finesse en verbeeldingskracht die je doet vergeten dat je te maken hebt met kleine bezettingen, lage volumes en een gebrek aan zang. Dat deze duoplaat met Van Deun opnieuw in dat pastorale vaarwater zit, heeft een extra reden: Van Deun heeft overgevoelige oren en is genoodzaakt om muziek te spelen die decibelpieken mijdt.
Dan heeft hij natuurlijk de ideale partner gevonden en deze release, die net als Onland vakkundig werd opgenomen door Christophe Albertijn, is er eentje die het moet hebben van ingetogenheid en finesse. Het samenspel is ook iets verder verwijderd va jazzcontext en sluit iets nauwer aan bij de klassieke- en folktraditie, met hier en daar hints van andere rootsmuziek als country en blues, maar dan bij associatie. Deze muziek is dan ook nooit uitgesproken iets. Niet melig, gedeprimeerd of romantisch, maar soms wel een meer omfloerste versie daarvan: wat melancholisch, bedrukt, onbehaaglijk, een beetje triest. Zachte contouren en schaduwpartijen domineren.
En soberheid, vooral soberheid. Geen noot, geen aanslag of akkoord wordt hier verspild en vanaf opener "Loss" wordt het een staaltje van spaarzaam verkeer tussen de twee. Net als het artwork blijven eenvoud en minimalisme primeren, met een schoonheid die zich niet meteen uit via expressieve thema's, maar met geduld in elkaar gestoken passages en rustige bewegingen die pas na meerdere beluisteringen hun essentie lijken te onthullen. Muziek die de luisteraar verplicht om de concentratie op te brengen voor zijn nuances, wat anders zou je de verschuiving naar het meer teneergeslagen "Civilized Solitude" vermoedelijk ontgaan.
Vanaf dan wordt het ook duidelijk hoe de songs soms bestaan uit meerdere onderdelen, elk met hun eigen charme en eigen geluid en sfeer. Soms wordt die ook bepaald door het gebruik van banjo's. Die zorgt niet voor een hee-haw-factor, maar stuurt de composities naar de jazzy Americana van Bill Frisell, die ook z'n eigen ode krijgt ("One For Bill Frisell"). Een paar keer worden de composities ook iets stekeliger, zoals in "Question Mark" en "The Art of Nonsense", waarin je te maken krijgt met inventief vlechtwerk en vingerbrekers die de composities grilliger en minder voorspelbaar maken.
Soms wordt ook ronduit gekozen voor delicate folkcharme: in "Wokitah" sluimert de pastorale sfeer van de Britse folk uit de jaren zestig en zeventig rond, terwijl het prachtstuk "Daisy" nauwer aansluit bij de Amerikaanse traditie. "PVD/KVD" neigt dan weer sterker naar de blues. Niet de harde Chicago-variant of de repetitieve Detroit-grooves, maar een spinachtige folkblues, alsof Leo Kottke zich bezighoudt met werk van Mississippi John Hurt na een sessie met Jozef Van Wissem. En dan blijkt opnieuw dat de twee geen boude statements of muzikale grootspraak nodig hebben om indruk te maken. Het zelfrelativerende "Kleinood in D Groot" bevat meer verhalende inspiratie dan heel wat instrumentale albums in de loop van drie kwartier tentoonspreiden.
Kortom: opnieuw een knappe plaat van Machtelinckx en een fijne kennismaking met Van Deun, die tekende voor de composities. Hoewel Ask Me Don't Ask Me net iets meer tijd nodig heeft dan Onland om zich onder de huid te nestelen, is het al net zo'n bijzondere en persoonlijke plaat geworden, verpakt in (alweer) mooi artwork van Smeraldina-Rima's Marijke Loozen."

Karel Van Keymeulen, De Standaard, p.D7 (09/07/2014)
"Raffinement overheerst. Soms klinken twee gitaren, soms een banjo en een gitaar. 'Loss' is een ingetogen, triestig stuk waarbij de gitaren heel sober blijven. In 'Civilized solitude' is de sound voller en geeft de banjo er een intrigerende kleur aan. Vaak lijken de nummers kleine miniaturen, knap en gedetailleerd. 'Wokitah' is een tintelende melodie die zich meteen vasthaakt, met ritmische variatie en vindingrijke solo's. In het schitterende 'One for Bill Frisell', met een banjo-intro, hoor je Frisells 'The land'. 'Daisy' is een bevallige tweestemmige melodie, 'Pvd/kvd' is lichtjes bluesy en 'Art of nonsense' is wat grilliger.. Van Deun schreef soms wonderschone nummers, met americana-tinten. Ze klinken elegant en met een streepje wrangheid.